Historie
Cafe bij 't hof is een van de oudste Horecagelegenheden van het Westland. Het in 1707 gebouwde pand diende oorspronkelijk als paardenstal en koetsenstalling voor de naastgelegen Nederhof. En werd al in 1887 in gebruik genomen als openbaar lokaal. De geschiedenis van de Familie Burgersdijk / Van Staalduinen in relatie met het pand begint in 1932.
Kobus Burgersdijk (1904-1962) realiseerde in datzelfde jaar naast zijn werkzaamheden in de Scheer kistenfabriek zijn droom: het openen van een eigen Café. Van gebrek aan horeca ervaring was geen sprake want Kobus werkte in de weekeinden samen met zijn schoonvader als kelner in hotel Torenburg te Naaldwijk. Na de overname van het Café van de familie Middendorp kreeg het de naam Bij 't Hof. Omdat het nog niet zeker was of Kobus het met het Café alleen ging redden bleef hij daarnaast werkzaam bij de kistenfabriek. Zijn vrouw Mengsje Burgersdijk-Van der Kaden (1903-1996) runde dan het Café. Ondanks de crisistijd draaide het Café uitstekend en na een aantal jaren werd Kobus fulltime kastelein. Dochter Francien, alom gekend als “Zus” was al jong in het Cafe te vinden om mee te helpen. Dat moest wel want haar ouders hadden allebei een broze gezondheid. In de oorlogsjaren werd het Café gevorderd door de Duitse bezetter. "Onze klandizie bestond uit officieren. Die zopen zich een ongeluk, want ze wisten stuk voor stuk dat ze op een dag naar het Oostfront zouden worden gestuurd en de kans daar te overleven was bijna nul" Na de oorlog normaliseerde alles razendsnel. Het café werd weer een ontmoetingsplaats voor vertegenwoordigers, boeren, burgers en buitenlui.
Op een dag in 1948 kwam de ’s-Gravezandse tuinderszoon Dirk van Staalduinen (1926-2007) samen met een vriend het café binnen. Om te komen kaarten. “ik vond de een leuker dan de ander, bekent Francien” die als een blok viel voor Dirk. Dat was wederzijds. In 1952 trouwden ze. Oorspronkelijk was voor Dirk als Jongste zoon het ouderlijk bedrijf gereserveerd om over te nemen, maar Dirk wilde geen tuinder worden. Zijn hart lag in de horeca. In 1952 namen Francien en Dirk Bij ’t Hof over.
Bij “Van Staalduinen” kreeg de klant niet zomaar een biertje, maar een perfect getapt biertje. In 1962 werden Dirk en Francien gekroond tot biertap kampioen van Nederland. Dirk was naast kastelein ook “sportgek.” ‘Bij ’t Hof’ groeide langzaam uit tot sportcafé. Er werd een televisie aangeschaft om naar Europacup wedstrijden te kunnen kijken. Op zo’n avond zat het bommetje vol, weet Francien nog: “Hadden ze een tribune gebouwd over het biljart heen. Veel verenigingen vonden een vergaderplaats in het café, zoals de damvereniging en wielervereniging “Westland wil vooruit”. ’T Hof werd een pleisterplaats voor wielrenners. Vanuit een vriendschap met de wielergekke en plantenkweker George van der Enden uit Monster ontstonden bijzondere initiatieven. Zoals de legendarisch geworden Honselse profwielerrondes met Jan Jansen, Leo Duyndam en Eddy Merckx. Vanuit een zaaltje in ‘Bij ’t Hof’ georganiseerd. Dirk van Staalduinen was daarbij de rustgevende sturende factor op de achtergrond.
Zoon Jan (1957) was in 1980 klaar met leren en wist eigenlijk niet wat te gaan doen. Hij ging op vakantie met een vriend naar Jersey. Bij terugkeer had hij besloten de horeca in te gaan. Francien en Dirk somden alle nadelen van werken in de kroeg op maar Jan bleef bij zijn besluit. Hij ging boeren bij zijn vader en moeder in wisseldienst met een tweede ober. Na een paar jaar werd hij firmant. Op een van zijn vrije avonden ontmoette hij in het Teejater in Naaldwijk een leuk meisje, Irma Huysman (1961-2014) Ze kregen verkering en al snel kwam Irma in het café werken. Ze bleek een duizendpoot, gemaakt voor werken in een Café. Ze kookte, stond achter de tap, deed de administratie en was zeer geliefd bij de stamgasten. In 1987 werden Jan en Irma in navolging van hun (schoon)ouders Nederlands kampioen biertappen voor teams. Veel vaste klanten kwamen in de jaren zeventig/tachtig vaste prik aan het einde van hun werkdag naar Bij ’t Hof. in 1995 namen Jan en Irma het café over. De typische sfeer van een dorpscare bleef, maar tegelijkertijd veranderde er ook veel. Het darten was bezig aan een stevige opmars in Nederland. Veel kroegen kregen een dartbaan, zo ook Bij ’t Hof. Steeds meer dartteams wisten de Hofstraat te vinden. Het werd tijd voor een verbouwing om zo ruimte te maken voor de pijltjesgooiers. Na wat gedoe over vergunningen werd er een stukje aan het Café bijgebouwd. Zo creëerden Jan en Irma meteen wat extra ruimte, waar een bandje of een diskjockey kon staan. De muziek(zondag)middagen van Café Bij ’t Hof werden al snel razend populair.
in Januari 2007 verkochten Jan en Irma de inboedel en de goodwill aan Remmert Keizer, ex-manager bij de Heineken Brouwerijen. Het pand bleef wel in eigendom van de familie. Tot 1 juni bleven ze nog op hun post achter de tap. Toen was het over. Keizer verhuurde het Café aan een exploitant. Die stapte erin zonder enige horeca ervaring. Dat werd geen succes. Hij had het horecavak duidelijk niet in de vingers, de klandizie liep zienderogen terug met als gevolg dat hij na verloop van een paar jaar de pacht en de huur niet meer kon betalen. De horecacarrière van de exploitant eindigde voor de rechtbank in een faillissement. Vervolgens keerde Jan in het café terug. Hij was met Keizer overeengekomen, dat hij de zaak open zou houden tot zich een serieuze gegadigde zou aandienen om Bij ’t Hof te gaan exploiteren. Maar 2012 was niet echt een fantastisch jaar om een café te beginnen. De crisis woedde in alle hevigheid en ook het ingevoerde rookverbod in de horeca was niet bepaald een pré. Mogelijke kandidaten waren erg huiverig om er in te stappen. Het was hard aanpoten voor Jan en Irma want beiden hadden inmiddels ergens anders emplooi gevonden. Jan was als calculator aan het werk gegaan bij van Holstein Beton in Kwintsheul, Irma was in 2007 na haar café carrière gaan werken in de Wateringse bloemenwinkel, die hun dochter Manon (1986) in datzelfde jaar had opgestart. Dag en nacht waren ze in touw. Zelf opnieuw beginnen zagen ze niet zo zitten en er leek een patstelling te ontstaan tot zoon Wessel (1991) begin 2012 melde misschien wel interesse te hebben om de zaak te gaan runnen. Een verrassing voor Jan en Irma. Daar viel natuurlijk over te praten. Vader en zoon maakten een afspraak met de brouwerij en na wat onderhandelen kwamen ze tot een akkoord. juni 2012 was het zover. Na vijf jaar afwezigheid was de familie Van Staalduinen weer terug bij Café Bij ’t Hof. In de persoon van Wessel, de vierde generatie. Met ondersteuning van zijn vader Jan en moeder Irma. Het werken in de horeca was niet nieuw voor Wessel. Op het moment dat hij kenbaar maakte wel wat voor Bij ’t Hof te voelen, was hij actief in de keuken van een ander beroemd Westlands etablissement: De Bonte Haas in Wateringen. De terugkeer van de Van Staalduinens werd met gejuich begroet. “Die eerste avond, het was op een donderdag, zal ik nooit vergeten” zegt Francien. “Ik ging een bakkie doen. Irma stond weer achter de bar net als vroeger. D’r zaten al een stuk of drie, vier jongens binnen. Druk te bellen ‘Jan is er weer’ en ze vroegen aan Irma of er al weer wat te eten was? Niet natuurlijk, maar Irma had thuis nog een pan met kippenpoten staan. Die ging ze gauw halen, zaten ze een uur later lekker te kluiven. En Jan had ondertussen een paar vaten bier gehaald. Een onvergetelijke avond. “De loop kwam er weer snel in naar Café Bij ’t Hof. De toekomst lachte Wessel, Jan en Irma toe. Tot 6 april 2014. Op die dag, vrij onverwacht, stierf Irma van Staalduinen. De vrouw achter én voor de schermen. Een grote klap voor familie, vrienden en bekenden.
Jan, Francien "Zus" & Wessel van Staalduinen
De Teksten op deze Pagina zijn afkomstig uit het boek 'Geworteld in het Westland'